Wat is autisme
Autisme en het basisbeginsel
Elke persoon, bijgevolg ook elke persoon met autisme, is uniek. Omdat autisme zich zo verscheiden, en met een verschillende intensiteit toont, bestaat er niet zoiets als 'typisch autistisch gedrag', maar wel vele varianten in een breed spectrum.
Daarom spreken we over een autismespectrumstoornis, afgekort ASS. Dat is een verzamelnaam voor verschillende vormen van autisme. In deze tekst zal ik verder het woord autisme gebruiken, hiermee bedoel ik alle vormen van ASS. Gekende vormen van autisme zijn autistische stoornis, syndroom van Asperger en PDD-NOS. Elke kind is anders, dus ook alle kinderen met autisme. Iedereen kan het op een andere manier ervaren.
Autisme is een ontwikkelingsstoornis. Dat houdt in dat autisme een invloed heeft op de hersenen en niet kan worden genezen.
De meeste prikkels (denk maar aan horen, zien, voelen, ruiken) worden op een andere manier verwerkt.
Hierdoor ervaren zij de wereld anders. Autisme heeft invloed op allerhande levensdomeinen in alle levensfasen en vertaalt zich in zwakkere én sterke kanten.
Autisme is steeds aangeboren en is voor 90% erfelijk.
Autisme in cijfers:
In Vlaanderen leven ongeveer 42.000 mensen met één of andere vorm van autisme. Bij 1 geboorte op 150 is dus sprake van autisme. Het komt veel vaker voor bij jongens dan bij meisjes: 3 à 4 jongens tegenover één meisje. Sommige onderzoekers vermoeden wel dat het bij meisjes minder gerapporteerd wordt. Meisjes zouden makkelijker in staat zijn hun autisme te 'camoufleren'. Binnen het hele spectrum heeft iets minder dan de helft een bijkomende verstandelijke beperking, de anderen zijn eerder normaal tot soms zelfs hoogbegaafd.
Komt autisme vaker voor dan vroeger ?
Misschien wordt autisme vandaag meer vastgesteld omdat de denkstijl in onze huidige maatschappij lastiger is. Er komt veel meer informatie op ons af dan enkele decennia geleden. Je kan en moet meer keuzes maken. We hebben ook veel meer prikkels te verwerken, denk maar aan de digitalisering. Ook de gemiddelde mens heeft het daarbij al eens moeilijk en plooit eerder zichzelf terug. Vroeger was de maatschappij veel statischer, meer vastgelegd in patronen, minder onderhevig aan prikkels, en bijgevolg wat minder belastend qua prikkelverwerking.
Er is echter weinig bewijs dat op dit moment autisme vaker voorkomt dan vroeger. De stijging in de prevalentiecijfers (het cijfer dat uitdrukt hoe vaak een stoornis voorkomt) kan toegeschreven worden aan aanpassingen in de diagnostische criteria, aan een betere opsporing en een meer nauwkeurige en snellere diagnosestelling. Vooral bij personen met een normale begaafdheid, die camouflerende en compenserende strategieën ontwikkelen, wordt autisme nu beter onderkend.
Diagnose autisme:
Je kan geen bloedtest of dna-test doen om te weten of iemand autisme heeft. Daarom is de diagnose ASS een gedragsdiagnose.
Dit wil zeggen dat de diagnose louter gebaseerd wordt op de aanwezigheid van typische gedragskenmerken. Deze diagnose wordt gesteld door een erkend psychiater of gedragspsychologen.
De diagnose ASS moet multidisciplinair gesteld worden. Het eindverslag moet het resultaat zijn van een samenwerking tussen minimaal een gespecialiseerd arts en een master in de psychologie of orthopedagogiek. De gespecialiseerd arts moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
bij minderjarigen: een kinder- en jeugdpsychiater of een kinderneuroloog met grondige kennis van gedragswetenschappen.
Bij voorkeur worden de arts en psycholoog/orthopedagoog bijgestaan door een maatschappelijk assistent, logopedist en/of kinesist …
Latere diagnose
Bovendien melden veel volwassenen zich aan om zich te laten onderzoeken. Vaak gebeurt dat nadat hun kind de diagnose gekregen heeft en ze zichzelf erin herkennen of doordat ze via secundaire problematieken zoals bijvoorbeeld depressie of angst op het spoor van autisme komen.
Is een late diagnose zinvol? Het is belangrijk dat je zelf weet dat je er een andere denkstijl op nahoudt. Dat kan moeilijkheden in het eigen leven verklaren en misverstanden met anderen ophelderen.
Kenmerken van autisme:
Onderstaande lijst is niet limitatief of volledig, alsook niet steeds voor iedereen van toepassing.
Problemen op sociaal gebied / minder goed ontwikkelde sociale intuïtie
Moeite met (onverwachte) verandering
Dingen heel letterlijk nemen
Eerlijk en recht door zee
Uitstekende detailwaarneming
Goed in analyseren
Niet graag over koetjes en kalfjes praten
Goed in het herkennen van patronen
Moeite met het bewaren van overzicht
Loyaal
Buiten vaste kaders kunnen denken
Perfectionistisch
(Ogenschijnlijk) geen interesse voor anderen tonen
Nauwkeurig
Over- of juist ongevoelig voor zintuiglijke prikkels
Heel intensief bezig zijn met een beperkt aantal onderwerpen
Hyperfocus
Talent voor specialisatie
Voorkeur voor één op één-contact
Tragere informatieverwerking
Kenmerken van autisme komen niet bij alle kinderen (of volwassenen) evenveel voor. Het ene kind is best wel sociaal, terwijl een ander kind sociale situaties liever uit de weg gaat. Veelal zullen er wel moeilijkheden vastgesteld worden op het vlak van sociale interactie. Maar we kunnen wel stellen dat deze kenmerken bij kinderen met autisme toch in meer of mindere mate voorkomen. Zo vinden de meeste mensen met autisme het prettigig om een vaste routine aan te houden. Ook de sociale problemen zijn niet vreemd voor mensen met autisme.
Autisme bij (jonge) kinderen:
ASS kan zich op verschillende manieren uiten. Daarbij komt dat kinderen met ASS soms per moment wisselend gedrag laten zien.
Dat kan erg verwarrend zijn voor ouders, maar ook voor de omgeving. Veel ouders vragen zich ook af: is bepaald gedrag nu gewoon ‘karakter’ ; past het bij de leeftijd (is die driftbui nu gewoon peutergedrag?) ; of past het gedrag bij ASS?
Het is dus niet eenvoudig om als ouder altijd op een juiste manier te handelen bij jonge kinderen met autisme. Een eerste stap is daarom om als ouder goed te begrijpen wat autisme nu precies inhoudt.
Bij jonge kinderen kun je ASS bijvoorbeeld herkennen aan;
De behoefte de wereld voorspelbaar of hetzelfde te houden
Van slag raken bij relatief kleine veranderingen
Hechten aan rituelen of herhalingen in spel
Hun zin doordrijven of steeds dezelfde vragen stellen
Gevoeliger reageren op prikkels uit de omgeving of prikkels volledig negeren
Moeite met aanpassen aan nieuwe situaties of overgangen
Later gaan praten, communiceren
Weinig tot geen oogcontact maken met ouders of derden
bron tekening: onbekend
Hoe omgaan met kinderen met autisme:
Leren omgaan met autisme is voor iedereen een grote uitdaging. Niet enkel voor het kind zelf, maar zeker ook voor de ouders, leerkrachten of begeleiders. Regelmaat, routine, voorspelbaarheid zijn veelal een houvast voor iemand met autisme. Als ouder, vriend of begeleider moet je naast begrip ook aanpassing kunnen tonen.
Het vermogen om zich in te leven in de gevoelens of gedachtengang van een ander, de zogenaamde empathie, is voor iemand met autisme een haast onmogelijke opgave. Zelf kunnen praten over eigen interesses en hobby’s is geen enkel probleem, maar vragen naar die van anderen is dan weer een heel moeilijke opgave. Het besef dat de ander een dialoog wil en niet zit te wachten op een monoloog dringt niet door. Zoals eerder al aangehaald is niet elk kind met autisme gelijk, dit wil ik nogmaals benadrukken. Daarom is het belangrijk om jouw kind te leren begrijpen en te ontdekken waar zijn of haar moeilijkheden, valkuilen en uitdagingen liggen.
Toch geef ik graag enkele tips:
Wees duidelijk in gesprekken. Mensen met autisme nemen vaak letterlijk wat je zegt. Een grapje of een sarcastische opmerking kan verkeerd begrepen worden.
Communiceer 1 ding of onderwerp tegelijkertijd.
Gebruik korte zinnen en vermijd dubbelzinnigheden.
Als je vragen stelt, doe dat dan kort en bondig.
Wees voorspelbaar. Mensen met autisme houden van die regelmaat.
Als je wat gaat ondernemen, leg dan stap voor stap uit wat er gaat gebeuren. Dat geeft overzicht en structuur. Check eventueel bij de persoon met autisme of die begrepen heeft wat er gaat gebeuren. Dit wordt vaak vergeten maar kan uitermate belangrijk zijn.
Verandert er iets in een planning, geef dit dan tijdig aan.
Stel duidelijke regels. Een duidelijke regel is aangenamer dan een niet-afgebakende mogelijkheid ...
Autisme en overprikkeling
Kinderen en jongeren met autisme hebben ook meer kans om overprikkeld te worden door alle prikkels uit hun omgeving.
De overprikkeling kan zich voordoen op de verschillende zintuigelijke domeinen. Denk maar aan zien, voelen, horen, ruiken, … .
Steeds vaker lopen kinderen me autisme school in het reguliere onderwijssysteem. Als men de huidige klassen bekijkt dan zien we vooral drukke muren vol kleurrijke posters en tekeningen, veel groepswerk, veel geluiden, hoge geluidsniveau's , enz.
Voor kinderen met autisme (maar ook HSP, ADHD, ADD, … ) kan dit een ware uitdaging zijn. Het verwerken van al deze prikkels vraagt al zoveel van hen dat puur leerstof verwerken niet meer aan de orde komt.
Meer info over overprikkeling vind je ook in deze blog.
Behandelingen:
psychosociale begeleiding:
Als basisaanpak van de problemen van communicatie en sociale interactie raadt men psychosociale begeleiding aan, met gebruik van interactieve speltechnieken, waarbij de ouders, verzorgers en leerkrachten (en leeftijdsgenoten bij schoolkinderen) worden betrokken. Storend gedrag, zoals woede-uitbarstingen, angstaanvallen, zelfverminking, … is een van de grootste problemen bij de begeleiding van kinderen en jongeren met autisme. Belangrijk is te begrijpen wat dit gedrag uitlokt (stress, wijzigingen aan de dagelijkse omgeving, onvoorziene situatie,…) en maatregelen te nemen om het storend gedrag te voorkomen of aan te pakken.
Daarbij moet vooral de bescherming van het kind of de jongere prioriteit krijgen, en niet zijn/haar bestraffing. Bij storend gedrag en afwezigheid van een uitlokkende factor waarop men zou kunnen inwerken, moet op de eerste plaats een psychosociale begeleiding worden aangeboden.
Ondersteunende communicatiesystemen:
Bij beperkingen van socio-adaptief gedrag kunnen ondersteunende communicatiesystemen waarbij pictogrammen of voorwerpen worden uitgewisseld gebruikt worden. Eén van de mogelijke voorbeelden hiervan kan een duidelijke weekplanner zijn.
Logopedie:
Taalstoornissen moeten vroeg worden aangepakt in de ruimere context van een gepersonaliseerd project. Het programma kan onder meer systemen gebruiken die de communicatie stimuleren, door de uitwisseling van pictogrammen. Het is belangrijk om ook hier de ouders te betrekken in deze begeleiding.
Ergotherapie:
Psychomotorische therapie of ergotherapie moet overwogen worden bij kinderen met een geassocieerde coördinatiestoornis of andere goed gedefinieerde motorische ontwikkelingsstoornissen die het dagelijks leven beïnvloeden.
Gedragstherapie:
Om bijvoorbeeld angststoornissen onder controle te krijgen, worden cognitieve gedragstherapeutische interventies aanbevolen bij kinderen die een voldoende mate van cognitieve en verbale ontwikkeling hebben om eraan te kunnen deelnemen.
Geneesmiddelen:
Geneesmiddelen die hun nut bewezen hebben bij storend gedrag zijn neuroleptica (antipsychotica) zoals haloperidol, risperidon en aripiprazol.
• Bij aanhoudende slaapproblemen wordt aanbevolen om een specialist in de behandeling van autisme of in slaapstoornissen bij kinderen te raadplegen. Deze zou een farmacologische behandeling kunnen overwegen met bijvoorbeeld melatonine.
Hulpmiddelen:
Bijtelementen bij kinderen/ jongeren met autisme:
Bijtelementen worden steeds bekender bij het brede publiek. Ook bij kinderen met autisme kan een bijtketting, bijtarmband of ander kauwsieraad als zeer helpend ervaren worden. Het bijtelement dient ervoor om spannende momenten te reguleren en draagt bij in de algemene prikkelverwerking. Ze helpen zowel bij kinderen die onderprikkeld zijn als bij kinderen die eerder overprikkeld zijn.
Kinderen met autisme hebben de neiging om op dingen te kauwen (mauw, nagels, kledij, potloden,...). Al vaak hebben volwassenen de neiging om hen dit af te leren. Maar een kind gebruikt het kauwen exact om de nodige emoties en prikkels te verwerken, te reguleren. Als volwassenen is het daarom zeer belangrijk om het kind het kauwen niet af te leren. Leer hen wel te kauwen op speciaal daartoe ontwikkelde kauwelementen. Meer info vind je ook in de rubriek kauwelementen.
Meer structuur met een weekplanner:
Structuur is erg belangrijk voor eigenlijk elk kind, dus zeker al voor een kind met autisme. Structuur zorgt voor voorspelbaarheid bij het kind en voorspelbaarheid zorgt op zijn beurt voor rust. Dankzij de weekplanners van gezinnig kan je een mooi weekoverzicht visueel maken voor jouw kind. De weekplanner is een meerwaarde voor het ganse gezin, zelfs voor jullie als ouders. Dankzij de weekplanner moet jouw kind ook niet telkens vragen wat er te gebeuren valt. Het kind kan zelf naar het overzicht kijken wanneer dit wenselijk is.
Gehoorbescherming als hulpmiddel:
Omdat kinderen met autisme vaak extra gevoelig zijn voor prikkels kan enige gehoorbescherming wel helpend zijn. Kinderen met autisme kunnen extra gevoelig zijn voor geluiden van buitenaf. Dit kan als zeer storend ervaren worden in de klas. Door de vele geluiden in de klas kunnen ze hen minder concentreren op wat wel belangrijk is. Gehoorbescherming kan ervoor zorgen dat alle geluiden die niet belangrijk zijn getemperd worden.
Vaak houden kinderen met autisme niet van specifieke of opvallende geluiden. Denk maar aan vuurwerk, luide muziek, ... .
Neem daarom steeds een gehoorbeschermer mee naar dergelijke activiteiten. Dit zal voor meer rust zorgen bij jouw kind.
Verzwaringselementen voor kinderen met autisme:
Een verzwaringsknuffel kan een kind met autisme de nodige rust bieden. Een verzwaringsdeken kan ervoor zorgen dat jouw kind beter inslaapt of beter slaapt tijdens de nacht. Bekijk zeker eens onze blog over verzwaringselementen ! Het nut van verzwaringselementen mag zeker niet onderschat worden! Het leren kennen en gebruiken kan sterk bijdragen aan de rustcreatie.
Emoties non verbaal uiten:
Het uiten van hun gevoelens is niet altijd makkelijk voor iemand met autisme. Daardoor heeft chewigem een emotie-armband (en kauwarmband) ontwikkeld. Deze heeft een groene kant met een lachende smile en een rode zijde met een boos gezichtje op. Zo kan het kind aan de hand van zijn emotie-armband tonen aan de buitenwereld hoe het zich voelt.
Complimentenspel:
Het Complimentenspel is gemaakt voor kinderen met ASS (Autisme Spectrum Stoornis) en iedereen die met hen werkt en leeft.
ASS wordt nog te vaak gezien als negatief en vervelend. Er wordt ervaren dat kinderen met autisme juist ook hele mooie, unieke eigenschappen en kwaliteiten hebben! Met dit spel benadrukken we hun sterke kanten. Het Complimentenspel voor kinderen met ASS bevat 80 kaartjes met unieke Complimenten. Dit spel helpt ouders, leerkrachten, begeleiders en kinderen om te kijken naar de positieve kanten van kinderen met ASS. Het doel van dit spel is dat deze kinderen op een speelse en ontspannen manier voelen en ervaren dat zij helemaal goed zijn zoals ze zijn. In onze maatschappij ervaren veel kinderen met ASS extra uitdagingen. Dit spel bevat daarom tevens complimenten gericht op de inzet om vaardigheden te leren. Elk compliment is een positief teken van aandacht, erkenning en bevestiging. Op een simpele en effectieve manier zorg je ervoor dat een kind zich gezien en gewaardeerd voelt. Het Complimentenspel zorgt voor plezier, positiviteit en zelfvertrouwen. Een doosje vol liefde en positiviteit.
Mijn bronnen en voor wie zich graag nog wat verdiept in dit onderwerp:
- Boek:
“De gids over autisme bij kids, 80 praktische tips”. Te verkrijgen bij “hoofdjevol”
- Magazines:
VVA Magazine ( Vlaamse Vereniging Autisme )
Sites:
www.tegek.be
www.autismecentraal.com
www.autismevlaanderen.be
www.vzwvictor.be
Tv:
taboe: aflevering Autisme op één.
https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/taboe/2/taboe-s2a1-mensen-met-een-autismespectrumstoornis/